06 - 26348903 jajaberg@xs4all.nl

Future Urban Regions

Opdrachtgever

Lectoraat FUR

Publicist
Opdracht

Van 2014 tot en met 2016 was ik als publicist betrokken bij het lectoraat Future Urban Regions (FUR)

Opdrachtgever

Lectoraat FUR

Project foto's

berg-plaats.nl Bergplaats
architectuur Bergplaats
stedenbouw Bergplaats

Van 2014 tot en met 2016 was ik als publicist betrokken bij het lectoraat Future Urban Regions. Het lectoraat ging in mei 2013 van start met de benoeming van Eric Frijters, partner van het onderzoeks- en ontwerpbureau Fabric,  tot lector Lokale en Regionale Ontwerpopgaven; Future Urban Regions.
Het lectoraat was in de eerste periode een gezamenlijk initiatief van de Academies van Bouwkunst in Amsterdam, Arnhem, Groningen, Maastricht, Rotterdam en Tilburg in het kader van het zogenaamde Netwerkprogramma Ontwerp-opleidingen. Dit programma kwam voort uit de ActieAgenda Architectuur en Ruimtelijk Ontwerp die toenmalig minister Schultz van Haegen presenteerde. Volgens Frijters was de belangrijkste doelstelling van zijn lectoraat om integraal na te denken over gezonde verstedelijking op gelijktijdig drie schaalniveaus: regio, stad en straat. Frijters kreeg de opdracht om een onderzoeksprogramma op te zetten waarbinnen de academies, samen met verschillende overheden, ‘aan een aantal actuele en relevante ruimtelijke opgaven op lokaal en regionaal niveau’ gaan werken. Bovendien moest ‘de kracht van het ontwerp’ daarbij een centrale rol spelen.

Gedurende deze periode was ik als publicist verantwoordelijk voor de verslaglegging van een aantal studio’s bij de verschillende academies. Tevens schreef ik mee aan de evaluatie van de eerste periode van FUR en de formulering van opgave en aanvraag voor de tweede periode.

In september 2013 interviewde ik Eric Frijters over zijn ambities en doelstellingen als lector:

“Nieuw lectoraat koppelt studenten aan actuele opgaven.
Eric Frijters over de invulling van het lectoraat ‘Future Urban Regions’

In mei 2013 werd Eric Frijters, partner van het onderzoeks- en ontwerpbureau Fabric, benoemd tot lector Lokale en Regionale Ontwerpopgaven; Future Urban Regions. Het lectoraat is een gezamenlijk initiatief van de Academies van Bouwkunst in Amsterdam, Arnhem, Groningen, Maastricht, Rotterdam en Tilburg in het kader van het zogenaamde Netwerkprogramma Ontwerpopleidingen. Dit programma komt voort uit de ActieAgenda Architectuur en Ruimtelijk Ontwerp die minister Schultz van Haegen vorig jaar presenteerde. Volgens Frijters is de belangrijkste doelstelling van zijn lectoraat om integraal na te denken over gezonde verstedelijking op gelijktijdig drie schaalniveaus: regio, stad en straat.

Verwachtingen
Frijters heeft de opdracht gekregen om een onderzoeksprogramma op te zetten waarbinnen de academies, samen met verschillende overheden, ‘aan een aantal actuele en relevante ruimtelijke opgaven op lokaal en regionaal niveau’ gaan werken. Bovendien moet ‘de kracht van het ontwerp’ daarbij een centrale rol spelen. Frijters heeft drieënhalf jaar gekregen om aan de verwachtingen en doelstellingen te voldoen.
Het is duidelijk dat het lectoraat, gezien vanuit het perspectief van de betrokken academies, moet leiden tot de koppeling van regulier ontwerpend onderzoek (als onderdeel van het onderwijsprogramma) aan concrete, lokale en regionale ontwerpopgaven. Deelnemende studenten gaan zich tijdens hun studie bezig houden met meer relevante en real time cases. Daarnaast willen de academies met behulp van het lectoraat de relaties met de praktijk aantrekken. Al met al ligt er dus een niet geringe taak voor lectoraat en lector. Hoe kijkt Frijters daar tegen aan, welke nuances zijn er aan te brengen en hoe gaat hij concreet invulling geven aan het lectoraat?

Logische stap
De belangrijkste reden om invulling te willen geven aan het lectoraat verschilt nauwelijks van de ontwerp- en werkfilosofie die aan de basis staat van Frijters eigen bureau. Zijn besluit om de positie te bekleden is, gezien zijn eerdere onderzoek en werk, vrij logisch. Hij wordt immers al enige tijd gedreven door de wens te doorgronden hoe goed ontwerp exact tot stand komt; en hoe het effectief, adaptief en zinnig kan zijn. Terugkerende elementen in die zoektocht zijn de aandacht voor het proces voorafgaand aan het projectmatige ontwerp én het altijd en echt samenwerken met partijen. Natuurlijk wordt ontwerpend onderzoek door de beroepspraktijk al volmondig erkend. Maar daarbuiten is dat, volgens Frijters, niet altijd zo. Bovendien wordt investeren in deze fase vaak gezien als het onvermijdelijke bedrijfsrisico van de ontwerper.
Het programma waar Frijters, samen met een kenniskring met vertegenwoordigers van de zes academies, aan werkt kent drie belangrijke accenten: inhoudelijke opgaven die voortkomen uit het onderzoek naar de toekomst van stedelijke regio’s, ontwerpend onderzoek als pre-project èn de valorisatie van beide poten in het verbinden van onderzoek en werkmethode aan lokale en regionale ruimtelijke vraagstukken.
Daarnaast wil Frijters met de invulling van het lectoraat ook nadrukkelijk actuele tendensen en veranderingen volgen die buiten het vakgebied waarneembaar zijn. Voorbeelden daarvan ziet hij, bijvoorbeeld, op het terrein van softwareontwerp waarbij nog veranderingen worden aangebracht bij al draaiende modules. Het zijn voor Frijters bewijzen van andere denk- en werkwerelden die nog veel te weinig hun weerslag hebben op het vak van ruimtelijk en architectonisch ontwerpen. Het bevestigt de noodzaak van een heroriëntatie en herijking van het vak die zich ook uitstrekt tot het onderwijs. Daar worden immers de mensen opgeleid die in de ‘nieuwe werkelijkheid’ moeten zien te overleven.

Pre-project
Een belangrijk accent ligt bij het pre-project. Aan goed ontwerpen gaat een belangrijke onderzoeksfase vooraf die samen opgaat met het maken van een ontwerp. De vraag is of er überhaupt nog sprake is van een traditioneel en sequentieel ontwikkel-pad voor ruimtelijke opgaven. De onderzoeksfase bestaat al, maar is nog niet voldoende benoemd of uitgekristalliseerd. En dat terwijl deze pre-fase van grote invloed kan zijn op de uitkomsten en het verloop van een proces.
Voor Frijters is het duidelijk dat juist in de fase voorafgaand aan een ontwerp of traditionele opdracht de belangrijkste beslissingen door alle betrokkenen worden genomen. In het pre-project komt de opgave tot stand, eenmaal aangekomen bij het project wordt de opdracht slechts meegedeeld. Dat geldt voor ruimtelijk ontwerp, maar ook in andere vakgebieden is de aandacht voor het pre-proces waarneembaar en is al veel meer ervaring opgedaan. Frijters wil dan ook gaan onderzoeken wat de best practices zijn. Daarmee wordt in de eerste plaats vooral in kaart gebracht welke processen al gaande zijn. Om er vervolgens meer grip op en aandacht voor te krijgen. Deze pre-processen zijn cruciaal en hebben bovendien in het eigen vakgebied vrijwel geen status, worden niet betaald en zelden gekapitaliseerd in projectbegrotingen. Uiteindelijk hoopt Frijters dat het lectoraat de waarde en het functioneren van het pre-proces kan aantonen zodat het uiteindelijk als reële aanvulling op de bestaande praktijk wordt erkend.

Lokale vraag
Naast de aandacht voor het proces en goed ontwerpen richt het lectoraat zich ook op het beantwoorden van vragen van opdrachtgevers. Het ministerie van I&M heeft hieromtrent nadrukkelijk een vraag bij het lectoraat neergelegd. Namelijk om regionale en lokale overheden bij te staan, die qua capaciteit en kwaliteit zijn uitgekleed en daardoor steeds minder in staat om opgaven op te pakken en uit te werken. Bovendien houdt men zich vaak met vergelijkbare opgaven bezig, ontbeert men het nodige overzicht en werkt derhalve niet of nauwelijks samen. Het antwoord op die situatie ligt niet in het opnieuw optuigen van die diensten, maar in het aanbieden van een inhoudelijke entiteit, het lectoraat, dat die lokale en regionale regio’s en diensten gaat helpen.
Dat gebeurt door opgaven, overheden en andere betrokkenen te koppelen aan de ontwerpkracht die bij de Academies aanwezig is. Onder leiding van een onderzoeker en een docent werken studententeams aan het succesvol beantwoorden en oplossen van concrete vragen die zich op het schaalniveau van regio, stad of straat bevinden. Het past ook in het denken van Frijters zelf die overtuigd is dat ontwerpen een activiteit is die alleen verdedigbaar is als ze geworteld is in bestaande vragen en problemen.
Het lectoraat wil dus op regionale schaal verbindingen vinden voor lokale opgaven maar vooral ook stakeholders verleiden zich aan te sluiten zodat (andere) oplossingen gevonden kunnen worden. Tot die stakeholders horen feitelijk ook de academies zelf die de uitdrukkelijke wens ingevuld zien om studenten met echte opdrachtgevers in contact te brengen.

Valorisatie
Om de studenten ook echt uit de ‘beschermde’ wereld van hypothetisch en autonoom ontwerpen te trekken bedacht Frijters een opzet waarbij het lectoraat tijdens een meerjarige tour steeds op een inspirerende locatie en nadrukkelijk buiten de academiegebouwen gehuisvest is. Het moet een tour van opeenvolgende dependances worden die nog dit jaar in Rotterdam van start gaat en tot 2016 duurt. Frijters heeft dynamische, laboratoriumachtige settings voor ogen waar, samen met stakeholders, gewerkt wordt aan thematische opgaven. Elke vestiging van het lectoraat heeft een tijdelijk karakter en is gedurende een aantal maanden operationeel als een test-site. Bijkomend voordeel is dat het ruimtelijk ontwerp toegankelijk wordt voor publiek en anderszins.
Als de bedachte, geconcentreerde bundeling van onderzoek, methode en praktijkopgaven slaagt, zal het lectoraat uiteindelijk een profilering van ruimtelijke opgaven hebben gedefinieerd, het accent naar het pre-project verlegd hebben en daarbij lokale opgaven hebben opgelost of onderzocht door samen te werken met verschillende partijen. Bijkomend kan een nieuwe lichting academiestudenten worden gepresenteerd, die zich onderscheidt door een open mind, innovatieve oplossingen en een verbrede sensitiviteit voor opgaven binnen de hedendaagse samenleving.”

Diensten

ruimtelijke kwaliteit Bergplaats
moderator Bergplaats

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.